uitgeven, zich (zich voordoen)

werkwoordprs = in uitdrukkingen, spreekwoorden, e.d.

De twee gaven zich uit voor prins Charles en koningin Elisabeth.

En ai ai, wat jammer dat hij een vriend had die zich voor kok had uitgegeven.

Dat betekent dat hij zich niet meer mag uitgeven als advocaat.

U geeft zich uit voor een deelnemer van de Open Monumentendag.

Ze gaven zich uit voor Amerikanen uit Washington DC.

Meisjes geven zich uit voor jongens en omgekeerd.

De man gaf zich uit voor therapeut.

De jongeman gaf zich uit voor vastgoedspecialist met kantoren in Monaco en Londen.

Even later kwamen twee andere personen aan de voordeur die zich uitgaven voor politieagenten.

Keurig in het pak geven ze zich uit voor woordvoerders van grote bedrijven.

Daarin zaten vier mannen met bivakmutsen over het hoofd die zich uitgaven voor agenten.

Dat nodigt uit tot proberen: steeds vaker geeft een oplichter zich uit voor topman.

De politie waarschuwt de bevolking van Maaseik voor mannen die zich uitgeven voor controleurs van drinkwater.

Verscholen achter de computer is het vrij eenvoudig om zich voor een ander uit te geven.

predicatieve aanvulling

prepositiegroep of conjunctiegroep

voor:

advocaat

agent

arts

controleur

politieagent

als:

...

Er zijn (nog) geen patronen opgetekend.

Voor meer informatie over dit woord: klik op Voorbeeldzinnen of Combinatiemogelijkheden.